Hoofdtekst
Beschrijving
Op een boerderij waar men met de kwade hand te kampen kreeg, werden twee koeien en zes kalveren geslagen. De pastoor kwam ter plaatse en verweet de mensen dat ze al naar de paters van een andere parochie waren geweest, hoewel die mensen daar nooit iets hadden over verteld. De geestelijke zei dat het niet gemakkelijk zou zijn en begon te bidden. Iedereen moest naar buiten, behalve de boer en de boerin. De geestelijke zweette verschrikkelijk. De dieren begonnen luid te schreeuwen en werden daarna rustig. Toen ze nog maar net gegeten en gedronken hadden, waren de dieren ineens hun vochtophopingen kwijt en stonden ze daar mager en gezond.
Bron
J. Wauters, Leuven, 1962
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (klein-brabant)
478
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Puurs