Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FBECK0245_0245_293 - Het vel van een weerwolf verbranden

Een sage (mondeling), 1947

Hoofdtekst

Op 't Hemelsveld te Alken was een knecht en die deed niets. Als ze hem zegden: 'Gaat daar of daar mest breken', dan trok hij zijn schouders op en hij zei: ' 't Zal seffens wel gebroken zijn.' Hij zei dat de kraaien het mest braken voor hem. En die had een vel om weerwolf te zijn en dat haalde hij van een boom af, dat hadden ze afgeloerd. En toen hij eens in 't veld aan 't werken was, haalden ze het uit de boom en ze gooiden het in 't vuur. Maar op dat ogenblik kwam hij daar en hij begon te roepen: 'Mijn vel, mijn vel!' Maar ze hielden hem vast en hij schuimde gelijk een kwaad paard. En toen het vel opgebrand was, was hij dood. Dat is te Alken gebeurd.

Onderwerp

SINSAG 0824 - Die verbrannte Haut (Gurt, Halsband)    SINSAG 0824 - Die verbrannte Haut (Gurt, Halsband)   

Beschrijving

Op het Hemelsveld in Alken werkte een knecht die de hele dag niets deed. Hij beweerde dat de kraaien het werk voor hem deden. Op een dag had de boer gezien dat de jongen een vel had om als weerwolf rond te lopen. Toen de knecht weg was, gooide de boer het vel in het vuur. Onmiddellijk stond de knecht naast hem en hij begon te schreeuwen: "Mijn vel, mijn vel!" Enkele mannen hielden de jongen, die schuim op zijn mond kreeg, stevig vast. Toen het vel was opgebrand, viel de jongen dood op de grond.

Bron

F. Beckers, Leuven, 1947

Commentaar

1.6 Weerwolven
zuid-limburgs
Het vel van een weerwolf verbranden: variante 3
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Hemelsveld    Hemelsveld   

Naam Locatie in Tekst

Ulbeek    Ulbeek   

Plaats van Handelen

Alken    Alken