Hoofdtekst
I : en over aardgeesten en zo kabouters ?1B: Wat dat ik weet, dat was een madame en die ging bij haar schoonzus en die woonde nog geen tweehonderd meter van bij haar en die kwam buiten en die woonde hier en ze moest een stukje zo gaan en dan naar haar huis he en ze sukkelde die straat in en daar heeft ze ‘k weet niet hoelang geploeter in een gracht en ze geraakte d’er niet uit, uit die gracht. Ze zijn ze gaan zoeken, ze was weg daar, bij haar schoonzus en ze kwam niet thuis en hoelang, maar toch tamelijk lang en ze was natuurlijk besmeurd ’t en kan niet meer he en ze geraakte daar niet uit en hoe zeggen ze dat? “Van den alf geleid of van de maan geleid?” Ik weet het niet, maar ik heb het daar opgezocht dalf daar he..I: Ja, want ik wist niet juist hoe ik het moest schrijven, sommigen schrijven gewoon “alf” en anderen, in Zottegem hoor ik altijd zeggen “dalf”.1: Van den dolf geleid, zeggen ze maar eigenlijk is het dalf geloof ik he.Dat heb ik nog geweten. En der zat nog een kind op haar arm ook, ’t is juist. Die geraakte daar niet meer uit, maar dat was donker he, ik zeg het, de lampjes hingen…, en ge zag van d’ene lamp naar d’ander, ge zaagt de volgende lamp niet he, ge kwam altijd in een beetje klaarte en dan viel ge weer in de donkerte he naar gelang de weersomstandigheden he.I: Dat is wel eigenaardig dat een vrouw van den dalf geleid werd, meestal was het excuus van de man om…1: Voor later thuis te komen.
Beschrijving
Een vrouw ging met een kind op haar arm op bezoek bij haar schoonzus, die zo'n tweehonderd meter van haar huis woonde. Na haar bezoek geraakte de vrouw in het donker vreemd genoeg niet thuis. Ze was in een gracht beland en moest daar meer dan een half uur ploeteren vooraleer ze weer voort kon. De vrouw was van de 'alf' of van de 'maan' geleid.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
1B
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Maria-Oudenhove