Hoofdtekst
De kasteelheer van Rouvenne ging op een kerstnacht de heilige vaten roven uit de abdij van St. Jansberg. Om 12 uur verzonk het kasteel met groot lawaai in de grond en er ontstond een grote modderpoel. Iedere kerstnacht rijst het kasteel op uit het water en luiden de klokken van de toren.
Onderwerp
SINSAG 1141 - Das versunkene Schloss. Schlechter Ritter von der Erde verschluckt.   
SINSAG 0980 - Der Glockenpfuhl.   
Beschrijving
Op kerstnacht ging de kasteelheer van Rouvenne de heilige vaten roven uit de abdij van Sint-Jansberg. Om twaalf uur zakte het kasteel met veel lawaai in de grond. Op de plaats waar het kasteel had gestaan, was een grote modderpoel. Ieder jaar op kerstnacht kwam het kasteel uit het water en hoorde men de klokken in de toren luiden.
Bron
J. Venken, Leuven, 1968
Commentaar
4. Historische sagen
limburgs (maasvallei)
571 (1)
fabulaat
Naam Overig in Tekst
kerstnacht   
Sint-Jansberg (abdij)   
Naam Locatie in Tekst
Maaseik