Hoofdtekst
5.U Onze moeder ook. Er was een vent. En vroeger had men veel eikestronken, hé. Dat was een grote eikestronk. En daar gaat een vent boven opzitten om iemand bang te maken met een laken om. En iemand anders wist dat - en dat moet waar 92.gebeurd zijn, hoor. Onze moeder heeft dat altijd voor vaste waarheid verteld. En de andere wist dat en die kruipt achter de kant door met het laken onder zijn jas. En zo kruipt hij stilletjes en daar doet hij zijn laken om. En dan begint hij (de tweede man) raar te doen en hij (de eerste man) ziet dat. Hij springt eraf en hij loopt naar huis en hij sterft. X Oei.5.U Van schrik! Een hartaanval, hé?2 Jaja. De schrik gepakt, hé?5 Anders deden ze niets. Er was ook niets, of...Y ... of geen amusement, hé.5 Er was niets, Een zwarte boterham met een patras. Dat was alles wat we hadden. Geen fruit, niets, niets, niets.
Beschrijving
Een man ging met een laken op een eikenstronk zitten om voorbijgangers bang te maken. Een andere grapjas had dat gezien en ging zichzelf ook met een laken als spook verkleden. Toen de eerste man het 'spook' zag, liep hij snel naar huis, waar hij stierf van schrik.
Bron
C. Verheyen, Leuven, 1982
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (arendonk)
5U
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Arendonk