Hoofdtekst
Oes voader gienk ne keer deur ’t Ardooieveld. Er piepte doa oltied entwodde in ’t strukgewas. Je wierd benauwd en liep rapper en rapper. Hoe rapper dat ne liep, hoe rapper dat ’t begost te piepen.
Beschrijving
Een man die door het Ardooieveld liep, hoorde de hele tijd iets piepen in het struikgewas. Omdat de man bang werd, begon hij sneller te lopen. Hoe sneller de man liep, hoe vaker het piepende geluid te horen was.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (tielt en izegem)
M
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Pittem   
Plaats van Handelen
Ardooieveld