Hoofdtekst
‘k Heb nog de wind zien keren als ’t brandde! ’t Was door de paster van Nipkerke. ’t Was een veer dat ’t nogal wel woei. ’t Was een huis bezig met branden, ik was in het huis daarnevens, ik diende daar. Je zei juist dat er moest een reke pannen afgepakt zijn daar waar ’t scheidde. We waren al doende met alles weg te doen. "Je moet niet meer wegdoen”, zei hij, "’t gaat gedaan zijn”! ’t Was gedaan ook. Dat heb ik gezien. ’t Is ook dat ze een speciale macht hebben.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Toen in Nieuwkerke een huis in brand stond, snelde de pastoor ter plaatse en gaf een man de opdracht om een rij dakpannen van het dak te nemen. Even later doofde het vuur.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (ieper)
3
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Nieuwkerke   
Plaats van Handelen
Nieuwkerke