Hoofdtekst
Wat ikzelf heb meegemaakt. Dat was bij mijn moeder zaliger en dat was in 1911. Die was ziek en die was twee jaar ziek geweest en gene doktoor wist wat ze mankeerde. Die lag in bed en ’s nachts om 12 uur begon die te zweten en te doen of want ze met tweeën op haar zaten die haar wilden onderhouden. Wij hadden toen geen achterdenken op heksen of zoiets. En dan ’s nachts moesten we waken. Dan kwam nu en dan een vrouw of meisje uit de geburen bij ons om ons af te lossen. Op ne zaterdagnacht was dat en een meiske uit de geburen was thuis en mijn oudste broer die werkte in Luik en die kwam ’s zaterdags om tien uren thuis en die zette hem in ne zetel en die viel in slaap. Het was zaterdag en dan hadden ze gewassen en daar hadden ze een kist staan met gewassen lakens en sarings en daar lag mijn broer met zijne kop op. En in ene keer zit daar een grote grijs kat in huis, een vreemde. Ze wilden die kat het huis uitjagen, maar ze kregen ze niet buiten. Ze liep het kamerke in en liep onder het bed in, en moeder zaliger had veel gehoord van heksen en die begon schrik te krijgen en ze joegen maar achter die kat, maar ze ging niet weg. Toen sprong de kat tussen de muur en de kist in en zo omhoog tot op de lakens. Daar lag onze Pol met zijne kop op. Onze Pol die verschrikt uit zijne slaap en die zei: "Laat ze maar lopen, die gaat seffens vanzelf uit." We zetten de deur helegans open en in plaats van de deur uit te gaan, ging ze achter de deur door, onder de gièren door en daar ging ze door, zo de kamer in. Daar stond ne zak lijnzaadmeel (lijzerdmeel) en tussen die zak en de muur kroop ze omhoog en toen was ze buiten, waar achter de deur door en toen het kanaal op.’s Anderendaags ’s nachts toen zaten er misschien 50 katten op de kamerzolder en die hadden daar een muziek en een leven dat de zolder waggelde. Dat was ’s zondags ’s avonds. Onze vader zaliger zei: "Ik schiet ze kapot." Hij nam zijn geweer dat ze bij ne stemper laadden en hij laadde dat geweer met hagel en toen de zolder op. Hij trok de deur open en schoot tot hij bijkans door de muur uitschoot, maar hij had er geen een. ’s Anderendaags zaten die daar weer terug en muziek. Ons moeder had dan altijd fel kou. Toen ging vader naar Hasselt naar de Bruin Paterkens en die zeiden: "Dat bestaat niet. Maar daar komt bij u thuis een vrouw met twee korven. Die moet ge doen doorgaan." Zo kwam er thuis een vrouw met twee korven en die had gene goeien naam. We moesten ze niet doen doorgaan; ze ging vanzelf door. De paterkens langden een heiligdom mee en dat moesten ze onder den invaart steken. Dat had daar twee dagen gestoken, toen komt dat wijf met haar twee korven af. Die komt tot aan de invaart en toen bleef ze boef! staan en toen ging ze door. Ze zei niets. De week daarna kwam ze weer terug en toen vroeg ze aan ons vader: "Louis, waarom mag ik niet binnenkomen?" Wij hadden haar niets gezegd van dat heiligdom. Ons vader zei: "Als ge te reclameren hebt, moet ge dat niet bij mij doen. Het is het heilig paterke die dat u verboden heeft." Ze hadden ook een heiligdom voor ons moeder gegeven en het heksen was gedaan en daar kwamen ook geen katten meer. Het was afgelopen. Ons moeder heeft nog geleefd tot in ’58.
Onderwerp
SINSAG 0592 - Hexentier kann nicht getroffen werden
  
Beschrijving
Een vrouw die al twee jaar ziek in bed lag, kon door geen enkele dokter worden geholpen. Om middernacht begon de vrouw hevig te zweten en had ze het gevoel dat er twee mensen op haar zaten. Op een zaterdagnacht kwam er een grote grijze kat binnen in het huis. Hoe men ook probeerde het dier weg te jagen, de kat wilde het huis niet verlaten. Op zondagavond zaten er wel vijftig katten op de zolder muziek te maken. De man laadde zijn geweer en trok naar de zolder om de katten neer te schieten. De man raakte echter geen enkele kat. Omdat de katten de volgende dag weer van de partij waren, ging de man naar de Bruine Paters van Hasselt. De paters spraken tot de man: "Dat kan niet. Voorbij je huis komt soms een vrouw met twee korven. Die vrouw moet je laten verdergaan. Ik geef je een heiligdom om onder de dorpel te steken en één om aan je vrouw te geven". Sindsdien kwam de vrouw met de korven niet meer binnen. Ze bleef bij de dorpel staan. Op een dag vroeg de heks aan de man des huizes: "Louis, waarom mag ik niet meer binnenkomen?", waarop de man antwoordde: "Je moet niet bij mij komen klagen. Het is het Heilig Paterke die je dat verboden heeft". Sindsdien kwamen er ook geen katten meer in huis. De vrouw genas en leefde nog 47 jaar.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tussen hasselt en beringen)
443
1911
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Louis   
bruine paters (Hasselt)   
Heilig Paterke (Hasselt)   
Naam Locatie in Tekst
Stokrooie