Hoofdtekst
Beschrijving
Een schoenmaker moest bij een dode gaan waken. Hij wist echter niet dat onder het laken geen dode lag, maar een grapjas die hem een poets wilde bakken. Toen de man onder het laken bewoog, riep de schoenmaker: "Al wat dood is, dat blijft dood!" en hij sloeg de grapjas met een hamer de schedel in.
Bron
H. Hendrickx, Leuven, 1962
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (overgangsgebied antwerpen - kempen)
202
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Job