Hoofdtekst
Ik kwam eens door den avond naar huis en op ne weipaal langs de weg zat een kat. Ze keek zo naar mij met gleunige ogen. Ik ging voorbij en juist toen ik voorbij was, sprong ze van de weipaal af en ging ze voor mij op de weg zitten. Ik ging rond maar even verder zat ze weer op de weg. Zo was dat drie keren. Na de derde keer sprong ze in een wei en het was juist of daar een muziek van katten was. Ik heb niet gelopen maar mijn haar stond van schrik omhoog.
Beschrijving
Een man die 's avonds naar huis ging, zag een kat met gloeiende ogen op een paal zitten. Toen de man voorbij de paal wandelde, sprong de kat vóór hem op de weg. Toen datzelfde driemaal was gebeurd, sprong de kat in de weide. Het leek wel alsof daar muziek van katten te horen was.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tussen hasselt en beringen)
168
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Zonhoven