Hoofdtekst
Bertine zaliger had een kind en dat wilde niet liggen blijven in zijn wieg, als het daar lag deed het niets als schreeuwen en van de miserie namen ze het dan op en dan sliep het gerust. Toen gingen ze naar de 'spiriet' die zei dat het kind behekst was en toen hebben ze het laten overlezen maar 't was nog niet gedaan. En toen zei Antonie van de 'garde': 'Ge moet eens in 't kussen zien of ge daar niets vindt.' Eerst wou Bertine daar niet aan geloven, maar haar mam maakte het open, en daar kwam de kop van een vogel uit, allemaal schone 'leeftige' pluimen. En die gooiden we in 't vuur maar 't wou niet branden, en 'petrol' hielp nog niet maar wijwater wel. 'Nu zult ge gauw zien wie het is', zei Antonie. We hadden getwijfeld aan Betje zaliger maar die was het niet. Toen staken we heiligdom en een die hier eieren haalde bleef uit, ze riep: 'Vandaag kom ik niet, ik heb geen tijd.' Toen haalden we het uit en toen kwam ze weer, maar we hebben het teruggestoken en ze is niet meer in huis geweest. Dat was de tante van de Witte. Toen vertelden we tegen de pastoor dat het kind braaf was en die zei: 'Daar bestaat kwaad, maar ge moet het toch niet zeggen. Sinds het Sint-Jansevangelie is de macht van het kwaad gebroken.'Te Montenaken bij een meisje hadden ze een paternoster in 't kussen gevonden en hier bij de 'garde' een pop, zo een Indiaan gelijk in de boekskes staat.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Bertina had een kindje dat voortdurend huilde wanneer het in zijn wiegje lag. Wanneer ze het kind optilde, zweeg het en kon het rustig slapen. De ouders van het kind gingen naar een geestelijke, die zei dat het kind behekst was. De pastoor heeft het kind overlezen, maar dat hielp niet. Een zekere Antonie gaf de ouders de raad om het kussen van het kindje open te snijden. Aanvankelijk vond Bertina dat advies onzin, maar na enige tijd liet ze haar man het kussen toch openmaken. In het kussen vonden ze veren en de kop van een vogel. Toen ze dat alles in het vuur gooiden, wilde het niet branden, zelfs niet met petroleum. Toen ze alles besprenkeld hadden met wijwater, brandde het wel. Antonie had gezegd dat de ouders zouden te weten komen wie de heks was. De ouders dachten onmiddellijk aan de overleden Betje, maar zij was het niet. In het huis waar het kindje woonde, brandde enkele dagen een kaars. Gedurende die periode viel het op dat de tante van de Witte, een vrouw die altijd eieren kwam halen, niet meer langskwam. Toen de kaars was opgebrand, kwam de vrouw weer. De ouders hebben sindsdien altijd een kaars laten branden, waardoor de vrouw niet meer kwam. De ouders vertelden alles aan de pastoor, die zei: "Het kwaad bestaat, maar men mag er niet over spreken. Met het Sint-Jansevangelie is de macht van het kwaad geboren."
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
2.1 Heksen
zuid-limburgs
Heksen toveren een krans in de matras: variante 5
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bertina
Antonie
Betje
Witte (de tante van de Witte)
Antonie
Betje
Witte (de tante van de Witte)
Sint-Jansevangelie   
Naam Locatie in Tekst
Jeuk