Hoofdtekst
Op de weg van Slijpe naar Mannekensvere, daar aan de meulen (molen), ’t was daar een wèe (weide). ’t Zijn daar nu Dishuizen (= van de Openbare Onderstand) en ’t was daar een binnewegel en op die doornhage ’t stond daar ’n helft van tijd (soms) een doodkeerse. En dat zijn mensen die moeten werekeren achter dat ze dood zijn.
Onderwerp
SINSAG 0182 - Wiedergänger als Irrlicht   
Beschrijving
Aan de doornhaag bij de molen tussen Slijpe en Mannekensvere zag men soms doodkaarsen. Dat waren mensen die na hun dood moesten terugkomen.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
43
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Slijpe   
Plaats van Handelen
Mannekensvere   
Slijpe