Hoofdtekst
In de smisse van ’t Haandekot, de zeune (zoon) was een keer bereden van de kokkemare en z’hebben hem moeten grijpen. ‘k Kennen daar etwod van. Je moet zeggen: “Kokkemare, wil je mij aanhoren, wil je door dijken den dalen en door de daken gaan vóór dat je bij ons bedde kunt raken”. En dat gaat dan gedaan zijn. Je moet ook een vader (onze vader) of twee lezen.
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
In Haringe woonde een jongen die door de kokkemare werd bereden. In zo'n geval moest enkele Onzevaders bidden en zeggen: "Kokkemare, wil je mij aanhoren, wil je door dijken en dalen en door de daken gaan vooraleer je bij ons bed kan geraken".
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (franse grens)
125
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Onzevader   
Naam Locatie in Tekst
Haringe