Hoofdtekst
Battist Laboca ha Liza Loncke’s huis betoverd. Os ’t donker wierd, hoorde z’olsan leven in huis en ze zag de kannen dansen. Ip nen dag es ze naar de paster gegaan om heur huis te laten belezen. ’t Hè nooi g’holpen.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een vrouw wiens huis was betoverd door een tovenaar, hoorde 's avonds altijd geluiden en ze zag de kannen dansen. De vrouw liet haar huis door de pastoor overlezen, maar dat heeft nooit geholpen.
Bron
G. Speecke, Leuven, 1959
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (menen en omstreken)
299
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Halewijn