Hoofdtekst
Beschrijving
Een meisje uit Mespelare ging poetsen in de parochie. Toen in de buurt een vrouw was gestorven, die ervan werd verdacht een toveres te zijn, moest het meisje daar de was gaan doen. Daar raakte het meisje door het kwaad bezeten, waardoor ze een pater van Gent moest laten komen. De pater ging naar de Zijp (1) tussen Mespelare en Oudegem. De geestelijke moest veel bidden en kruistekens maken vooraleer hij over de steen geraakte, die daar lag. Daarna ging hij naar het meisje, aan wie hij de raad gaf om lijnzaad over de houtmijt te gieten. De toveres zou haar dan geen kwaad kunnen doen vooraleer ze al het lijnzaad had opgeraapt. Het meisje is echter toch gestorven.
Bron
L. Pauwels, Leuven, 1969
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (noord-west)
844
fabulaat
(1) soort laagte, omgeven door heuvels
Naam Overig in Tekst
paters van Gent   
Gent (paters van)   
Naam Locatie in Tekst
Mespelare   
Plaats van Handelen
Oudegem   
Mespelare   
Gent   
Zijp (tussen Mespelare en Oudegem)