Hoofdtekst
Beschrijving
Een herbergierster was bang voor een vrouw uit de buurt, die vaak bij haar in de zaak kwam. Toen de herbergierster een vriendin over die angst vertelde, sprak de vriendin: “Je hoeft niet bang te zijn voor die vrouw. Als je haar ziet, moet je zeggen: ‘En het Woord is vlees geworden, en het heeft onder ons gewoond’”. Toen de vrouw de volgende keer in de herberg kwam, sprak de herbergierster die woorden uit, zoals haar was opgedragen. De vrouw was plots buiten adem en liet zich hijgend op een stoel vallen. Pas toen de herbergierster begon te spreken, ademde de vrouw weer normaal. Een postbode die ook bang was wanneer hij die vrouw haar pensioen moest gaan brengen, kreeg van de herbergierster de raad om diezelfde woorden uit te spreken. Toen de postbode dat deed, had de vrouw weer geen adem. Daarna was de postbode niet meer bang voor de vrouw.
Bron
E. Tielemans, Leuven, 1978
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (zuid-west)
1K
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Kwintens-Lennik