Hoofdtekst
Beschrijving
De kaboutertjes die ’s nachts bij maneschijn tevoorschijn kwamen en begonnen te dansen, leken wel tovenaartjes. Zodra de zon ’s morgens opkwam, verdwenen de kabouters weer in de wilgen.
Bron
M.-J. Deraemaeker, Leuven, 1977
Commentaar
1.2 Aardgeesten
brabants (zuid-west)
177DD
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Halle