Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OMATT0211_0212_18739 - Toverheks herkend door haar handelwijze.

Een sage (mondeling), (foutieve datum)

Hoofdtekst

Ewel da was de knecht en dat hij lang uitgeweest hadde de zondagavond. En ot hij op ’t hof kwam was de boerinne bezig mee peiren te rapen mee haar kinders in haar onderkleren. Zo ’s morgens vroeg ze aan de knecht wat ure dat hij thuis gekomen was. Zo hij antwoordige dasse da zo goed wiste of hem want dasse bezig was mee peiren op te rapen. En ze zegt: "Hoe zoek ik da weten, Jan?" "Ewel, ge waart toch bezig mee peiren op te rapen?" En ze loochende dat af. Een weke d’er achtre kalfdige een koe en hij moest achter hulpe gaan. Zo hij doet de deure open en d’er zat een vrouwmens gescherreld (met de benen over ’t hek) op debalie en ze zegt: "Jan, moe’k geen beetje helpen, jongen?" En hij verschoot (schrok) en hee verteld dat da were de boerinne was.

Onderwerp

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Beschrijving

Een knecht die op zondagavond laat op stap was geweest, zag bij zijn thuiskomst de boerin in haar ondergoed peren rapen samen met haar kinderen. Toen de boerin de volgende dag vroeg om hoe laat de knecht was thuisgekomen, antwoordde deze laatste: "Dat weet jij goed genoeg, want jij was toen nog peren aan het rapen". De boerin ontkende dat echter.
Een week later moest de knecht hulp gaan halen omdat er een kalf moest geboren worden. Toen de knecht de deur opendeed, zag hij een vrouw met haar benen over het hek zitten. Dat was de boerin.

Bron

O. Mattheeuws, Leuven, s.d.

Commentaar

2.1 Heksen
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
367
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sijsele    Sijsele