Hoofdtekst
Rikus van Hoeberix, dat woer ene loerjager en er goeng 's nachts op loerjacht hierboven op de kant van de bos. Er schoot op enen haas en die draaide zich zo een paar keren en dow zat er weer rechtop. Er schoot opnieuw en duw (toen) zette er zich aan den anderen kant en bij 't derde schot moest er het St.-Jansevangelie zeggen voor hem te raken en den haas weenselde (wentelde) zich en vort. Een paar dagen daarna kwam er 'n vrouw tegen met 'n oog uit en die zei zo tegen hem: 'Zo menneke, de hebs mich 'n oog uitgeschoten. Dat zal ich dech betaald zetten.'
Onderwerp
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
  
Beschrijving
Toen Rikus V.H. ging stropen, schoot hij tweemaal tevergeefs naar een haas. Bij het derde schot citeerde Rikus het Sint-Jansevangelie. De volgende dag kwam de man een vrouw tegen, die zei: "Zo, kereltje, je hebt mij een oog uitgeschoten! Dat zal ik je betaald zetten!"
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
401
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Rikus V.H.   
Sint-Jansevangelie   
Naam Locatie in Tekst
Gellik