Hoofdtekst
Er was hier een vrouw (Versmessen) en ze zeiden dat het een toveres was. Mijn vader gin er veel overweer, dat vrouwmens ook. Ze had hier alaam geleend, bij mijn man. En ze kwam ermee naar huis. En ze zei tegen mij: “Ze geven mij allemaal de naam van toveres, maar als ik nu waarlijk een toveres zou zijn, ‘k zou mij toch wel rijk toveren? En mijn jongens ook. Maar ik kan niet meer dan gij.”Ze had de gewoonte aan haar, als haar werk gedaan was, en het begon te donkeren, dan deed ze haar slaapkleed aan en haar slaapmuts en zo kwam zij op straat. En de mensen zeiden allemaal dat zij kon toveren en spoken.
Beschrijving
In Sint-Cornelis-Horebeke woonde een vrouw over wie men vertelde dat ze een toveres was. Op een dag had die vrouw gereedschap geleend bij een boer. Ze had tot de boerin gesproken: “Ze zeggen dat ik een toveres ben, maar als dat zo zou zijn, dan zou ik mij wel rijk toveren, en mijn kinderen ook! Ik kan niet meer dan jij”.
Die vrouw had de gewoonte om ’s avonds na haar werk haar slaapkleed en slaapmuts aan te trekken en in die kleding op straat te lopen.
Die vrouw had de gewoonte om ’s avonds na haar werk haar slaapkleed en slaapmuts aan te trekken en in die kleding op straat te lopen.
Bron
L. D'haeze, Leuven, 1975
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (zuiden)
35A
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Cornelis-Horebeke   
Plaats van Handelen
Sint-Cornelis-Horebeke