Hoofdtekst
We waren met tweeën en we zagen een witte juffrouw neven o(n)s wandelen. Die het minste bang was - dat was ich - ging kalle (= spreken) tege(n) de juffrouw en ich wilden in haren arm hangen gaan en ze antwoordde: 'laat gaan wat gaat en staan wat staat' en ze ging weg en we waren blij dat we ze kwijt waren. Dat was in de 'Buts' doa a(ch)ter.
Onderwerp
SINSAG 0310F   
Beschrijving
Twee mannen die in de 'Buts' wandelden, zagen plots een witte juffrouw verschijnen. Eén van de mannen begon tegen de juffrouw te praten en wilde arm in arm met haar verdergaan. Daarop zei de juffrouw echter: "Laat gaan wat gaat en staan wat staat" en ze verdween.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
63
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Neerrepen   
Plaats van Handelen
Buts (Neerrepen)