Hoofdtekst
Er was daar een mest aan ’t opensmijten binst dat er al den anderen kant jagers aan ’t jagen waren. En al met één keer, ’t komt daar alzo een veugel nere op een vijftig meter van die jagers. Ze kruipen een beetje nader en ze schieten elk twee kogels. Ze waren met drie jagers, dus zes schoten. Dien veugel hadde nieten en je vloog were weg. Hij vliegt een beetje rond en je komt were neer nog dichter van de jagers. Ze schieten were elk twee kogels, were niet. Die veugel vliegt alzo altijd reke rond, tot dat hij am met een keer bij ulder zit. Ze wilden toen niet meer schieten. Ze komen bij de boer en de deên zegt: "’t Is al geen avance, al schiet je er duisd keren op, je gaat nooit dood zijn”!
Onderwerp
SINSAG 0331 - Spuktier kann nicht getroffen (gefangen) werden
  
Beschrijving
Enkele mannen waren het veld aan het bemesten terwijl wat verderop drie jagers aan het jagen waren. Even later kwam er een vogel op zo'n vijftig meter van de jagers zitten. Iedere jager loste twee schoten, maar de vogel vloog ongedeerd weg. Even later gebeurde nog eens hetzelfde, maar ook deze keer werd de vogel niet geraakt. Toen de vogel daarna vlakbij de jagers kwam zitten, wilden deze laatsten al niet meer schieten. De boer sprak tot de jagers: "Ook al schiet je duizend keer naar die vogel; hij zal nooit sterven".
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (ieper)
26
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Boezinge