Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

RCELI0045_0045_457 - Bespiede auwelkes blazen man oog uit

Een sage (mondeling), 1954

Hoofdtekst

In den ouwen tijd - dat heeft mijn vader mij nog verteld - toen waren er rond Bree nog van die diepe grachten, 'de graaf' zegden ze. En daar hielden de auwelkes zich in op, daar huisden die in. Dat waren zo van die klein mennekes. Overdag zaagt ge die niet veel, maar als de mensen zo wat overlegden, als ze brood te kneden hadden of mest te breien, dan kwamen ze dat 's nachts doen. Dan zetten ze 's avonds meel in het bakkes. Toen kneedden ze nog met de voeten, dat weet ik nog goed, en de manslie deden dat, niet de vrouwlie.Maar de mensen hadden dat toch niet graag, want ze waren daar bang van. Op 'ne keer waren ze zo eens op een plaats aan 't kneden, en de baas waar ze bezig waren had zich een gat gemaakt in de bakkezolder om ze af te loeren. En een van die auwelkes, het waren er een stuk of drie, geloof ik, die zei: 'Blaas dat licht daar eens uit', ja, en de sukkelaar was zijn oog kwijt. Daar zat hij met zijn één oog.

Onderwerp

SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)    SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   

SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden    SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden   

Beschrijving

Vroeger woonden er in de grachten van Bree alvermannetjes. Wanneer de mensen brood moesten kneden of hun veld moesten bemesten, dan deden de alvermannetjes dat 's nachts voor hen in ruil voor wat voedsel. Toen een nieuwsgierige man op een nacht de alvermannetjes ging bespieden, zei één van de dwergjes: "Blaas dat licht daar eens uit!". Het volgende ogenblik was de man zijn oog kwijt.

Bron

R. Celis, Leuven, 1954

Commentaar

1.2 Aardgeesten
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Bree    Bree