Hoofdtekst
Droeksje zaat dikkerst in ’t café. De vinten, ze droenken en woaren de man ee. Ze woaren nie benauwd, zein ze. Mo Droeksje makte ze benauwd: je zoend e vint mee zoender kop.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een tovenaar zat in het café te kaarten met enkele mannen die beweerden dat ze nergens bang voor waren. Toen die mannen naar huis moesten, stuurde de tovenaar een man zonder hoofd met hen mee. Daardoor waren de mannen opeens wel bang!
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
102.1
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Roksem