Hoofdtekst
‘k Heb ik nog een keer etwa (iets) gehoord van een spookhazen. ’t Zat altijd een haze te spelen t’enden de tarwe en ze kosten hem nooit schieten. ’t Was hier een jonkheid die dat dikwijls geprobeerd heeft en dien haas robbelde en tobbelde altijd, maar je (hij) liep were weg. J’hadde hem nooit en je greep hem, maar je koste hem nooit houden. Dat was een spookhaze. Z’hebben ton (dan) geschoten en een beetje gewijd zout d’r bij gedaan, en z’hadden hem.
Onderwerp
SINSAG 0311 - Weisse Frau ist eine zurückgekehrte Tote.
  
Beschrijving
In het tarweveld zag men altijd een haas die niemand kon neerschieten. Toen men een beetje gewijd zout in het geweer had gestopt, kon men de haas wel raken.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
111
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Snaaskerke