Hoofdtekst
een wêzevrouw moes op ene nacht op weg gôn; en ze komt in ’t veld; en in innekie komt e lichske op huir af; en ze doeupten het; en dan was ze plots omringd mê lichskes; en ze kon nemie van plak; en dan zei ze: "Ich doeup oech al te gôre"; en dan wôre ze weg.
Onderwerp
SINSAG 0182 - Wiedergänger als Irrlicht   
SINSAG 0181 - Die getauften Irrlichter   
Beschrijving
Een vroedvrouw zag in het veld een lichtje op zich afkomen. Nadat de vrouw het lichtje had gedoopt, werd ze plots omringd door talloze lichtjes. Omdat de vroedvrouw niet meer kon bewegen, zei ze: "Ik doop jullie allemaal samen".
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
limburgs (sint-truiden)
39
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Nieuwerkerken