PSMET0272_0272_42642

Pastoor verwijdert duivel uit stal.Oep e groet prachthof van 'k weet nie mier wie, hadde ze vruger veul koeie. Mor na steurfde d'r d'ien koei na d'ander. De pachter die zee dan: "Da kan nie blijve voertdure." Ze holde dan de pastoer d'rbij. Die zee dan: "Mokt dat oem tweulf uur 's middags alle meide en knechte on tafel zitte: golle mut dan allemaal bidde oem kracht oem den duvel uit te drijve en 'k zal ekkik in de stal gon." Hij hee wel zeker twie uur in de stal geweest, mor niemand wèt wat em daar gedaan hee. Dan zage ze allemaal da de giest in den hond ging want die begost zoe onrustig te doen en wild, dat em percies alle minute zou losbreke. Dan is de pastoer oek nor den hond geweest en is daar dan 't gevecht met den duvel aangegaan. As dat allemaal gedaan was, was er gien druppeltje droeg mier on de pastoer: het zwiet loepte zoe van zij gezicht.

Op een boerderij waar veel koeien stierven, liet de boer de pastoor komen. De geestelijke zei: "Zorg dat om twaalf uur 's middags alle meiden en knechten aan tafel zitten. Jullie moeten dan allemaal bidden opdat jullie voldoende kracht zouden krijgen om de duivel uit te drijven. Ik zal naar de stal gaan". De pastoor is zeker twee uur in de stal geweest, maar niemand wist wat hij daar deed. Daarna zagen de mensen allemaal dat de boze geest in de hond was gekomen, want het dier werd heel onrustig. De pastoor is naar de hond geweest en heeft het gevecht met de duivel aangegaan. Daarna zweette de geestelijke verschrikkelijk.

P. Smets, Leuven, 1965

3.1 Duivels

antwerps (tss. antw. agglomeratie en rupelstreek)

333

fabulaat

Hove    Hove