Hoofdtekst
6 Wel, ‘k heb daarover een boekje geschreven, hé, over Stientje Bogaert, die zogezegd een heks was, hé, in Blankenberge.I Ja.6 En over haar deden er allerlei soorten verhalen de ronde.I Ja.6 Die woonde in het Pekstraatje [= de huidige Parkstraat]. Dat was een oud vrouwtje, enne, ‘k heb daar veel gegevens over. ‘k Heb een oudtante die daar recht tegenover gewoond heeft, die dat nog gekend heeft. En Stientje moet gestorven zijn rond 1899, 1898, 1900, zoiets.I Ja.6 En dat was een heks, iedereen had daar schrik voor. Misschien, die verzamelde kruiden en die verkocht dat, die woonde alleen en dat ze allemaal ... Zij kon voorwerpen doen veranderen van plaats, ze kon bijvoorbeeld ..., dat beeld kon ze naar de andere kant ..., door haar gedachten alleen al verplaatsen. En zij had boeken, eh, oude kruidenboeken.I Ja.6 En op een gegeven moment is dat - dus dat geloof daarin was er. Zij, zij wreef over het hoofdje van een kindje, dat kind werd ziek. Ze raakte je aan als je voorbijkwam, ze deed bijvoorbeeld zo (toont wat ze deed), en jij moest haar aanraken hoger.I Ah ja, dat ze ...6 Dus je moest hoger gaan. Zij raakte je aan je schouder, en jij moest aan haar hoofd komen, dat was precies een soort bezwering.I Jajaja.6 En op een gegeven moment, als ze dus in zee gingen en ze kwamen Stientje Bogaert tegen, dan gingen de vissers dus zeker niet in zee, ze kwamen terug eerst, aan land.I Ja.6 Ze zeiden: "’k Heb iets vergeten," of zoiets in die zin, ze gingen dus twee keer naar hun bootje. Zij bracht onheil, zo.I Jaja.6 [onverstaanbaar] Voilà, da’s weer een figuur. En op een gegeven moment heeft de pastoor, dat was pastoor Leroux.I Leroux?6 Leroux, en die is hier pastoor geweest, dat moet 1880 of zoiets geweest zijn, en die is bij haar huis geweest, samen met de voorzitter van de kerkfabriek, echt, hé, en die heeft haar boeken afgenomen, ja, en ze moeten dat gedeeltelijk verbrand hebben, gedeeltelijk afgehouden hebben.I Ja.6 Maar dat was een heks, Stientje Bogaert. Enne, ‘k heb daar veel over opgezocht. Een tragische figuur, en in ‘t boekje gaat ‘t er eigenlijk over: zij die in haar oude dag zegt: "Hoe is dat nu eigenlijk gebeurd? Hoe is men daar eigenlijk toe gekomen om mij een heks [te noemen]?" ‘t Is zij die over haar situatie nadenkt.I Jaja.6 Als ze morgen zeggen dat jij een heks bent, wel, verdedig je maar eens tegen de ... [massa]I Jaja, ja, da’s juist.6 Je kan dat niet, en het boek ging eigenlijk daarover. Zij die reflecteert over haar eigen situatie. De mensen waren kwaadaardig tegenover [haar]. En als de kerkpastoor kwam, [was het van:] "Zie je wel, want de pastoor is daar!"I Jaja, da’s inderdaad wel waar.6 Ja, ze kon zelfs voorwerpen doen verdwijnen.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Aan het einde van de negentiende eeuw woonde in Blankenberge een vrouw voor wie iedereen bang was. De mensen geloofden namelijk dat die vrouw een heks was. Ze woonde alleen en ze verkocht kruiden die ze had verzameld. Ze bezat kruidenboeken en ze kon beelden van plaats doen veranderen en voorwerpen doen verdwijnen. Op een dag was er een kind ziek geworden nadat het door die vrouw was aangeraakt. Als men door een heks was aangeraakt, moest men altijd hoger slaan om haar macht te breken. Wanneer vissers die in zee wilden gaan, onderweg de heks tegenkwamen, maakten ze rechtsomkeert met de woorden: "Ik ben iets vergeten". Ze geloofden namelijk dat de ontmoeting met de heks ongeluk zou brengen. Een geestelijke heeft de boeken van de heks opgehaald en verbrand.
Bron
W. Bode, Leuven, 2001
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (blankenberge)
6J
Einde van de negentiende eeuw
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Stientje Bogaert   
Naam Locatie in Tekst
Blankenberge   
Plaats van Handelen
Blankenberge