Hoofdtekst
De drie monniken.Hier leefden vruger drij, hoe heten ze nu weer, … minnorken of zo. Het Minnikenhof wordt nog zo genoemd. Die leefden tegen 't bos, in 't broek om naar Stabroek te gaan. Daar heet een groot hof gestaan en daar hemmen ze gouwen lepels en gouwen ferketten gevonden. Die aaien een peerd. En die waren gekleed gelijk paters mee grote kappen op en die reien rond en die gaven de mensen wa. Die hemmen goe gewist veur de mensen. Hier aaien ze ne grote weg en daar spookt het nog. Daar zitten nog schatten genoeg verloren.
Beschrijving
In Zandvliet zou ooit een grote boerderij hebben gestaan, die 'het Monnikenhof' werd genoemd. Op die plaats heeft men later gouden lepels en vorken gevonden. De bewoners reden rond op paarden en droegen paterskleren met grote kappen. Ze waren goed voor de mensen en deden veel aan liefdadigheid. Er zou nog een grote weg van die weldoeners bestaan, waar schatten verborgen liggen en waar het spookt.
Bron
M. Van den Berg, Leuven, 1955
Commentaar
4. Historische sagen
antwerps (polders ten noorden van antwerpen)
460
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Monnikenhof (Berendrecht) 
Monnikenhof (Berendrecht) 
Naam Locatie in Tekst
Zandvliet
Zandvliet
Plaats van Handelen
Zandvliet
Zandvliet