Hoofdtekst
En op ’t Vlèruskot ze zeien dat den duivel daar op ’t hof was, as knecht. Je (hij) was verliefd op een meissen (meid) of op de boerinne zelve, dat weet ik niet juiste meer, en je was toch zo jaloers. Ze begosten dat daar beu te worden, ze waren ’t moe en voor hem kwijt te geraken, gaven ze hem altijd ’t zelfde eten. En op een keer hadden ze look in z’n pap gedaan en Vlèrus zei:“Pap met lookVlèrus vertrekten ’t geluk ook”.En van ton (dan) af hebben ze daar niet anders meer dan tegenslagen gehad met de beesten en den oogst. En van toen af heeft er nog nooit geen boer meer dan 9 jaar op dat hof kunnen blijven. Ze moesten weg van de tegenslagen.
Beschrijving
Op het Vlèruskot werkte de duivel in de gedaante van een knecht. De knecht werd verliefd op de meid of op de boerin. Om de knecht kwijt te raken, gaf men hem altijd hetzelfde eten. Toen men hem op een dag pap met look had voorgeschoteld, zei de knecht: "Pap met look, Vlèrus vertrekt en het geluk ook". Sindsdien had men op die boerderij altijd ongeluk met de dieren en met de oogst. Geen enkele boer is er langer dan negen jaar gebleven.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (kamerlingsambacht)
84
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Vlèrus   
Vlèruskot   
Naam Locatie in Tekst
Leffinge