Hoofdtekst
Koob Peuters en Maarten Vandickelen dat waren twee geburen en die voeren met hun kar met nen os voor naar de Houthalense hei. Vroeger gebruikten de mensen hei in de stal. Onderweg zei den ene tegen den andere: "We zullen toch niet behekst worden zeker." "Ma ja, zei den andere, wat zouden we toch behekst worden." Na ne tijd zaten ze op Hengelhoef. Daar moesten ze niet zijn, maar ze voerden maar verder. Om 9 uren kwamen ze in Meeuwen aan en de ossen waren doodmoe. "Verdomme, zei Koob Peuters, nu heeft de heks ons liggen gehad." "Ja, dat kan niet anders", zei Maarten, "anders zaten we hier niet." Ze draaiden terug en toen ze op de hei kwamen, stond daar nog de jongen die de hei had afgemaaid en die vroeg: "Hoe komt [het] dat ge zo laat zijt?" Toen zeiden ze dat ze in Meeuwen gezeten hadden. Ze hebben de hei niet kunnen laden omdat de ossen veel te moe waren. Dat heb ik Maarten Vandickelen zelf horen vertellen.
Onderwerp
SINSAG 0540 - Hexe führt irre   
Beschrijving
Toen Koob P. en Maarten V. met een os naar de Houthalense hei reden, zeiden ze: "We zullen toch niet behekst worden, zeker". Een tijdje later kwamen de mannen terecht in Hengelhoef. Om negen uur belandden ze in Meeuwen. Uiteindelijk waren de ossen te moe om nog tot op de hei te geraken.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tussen hasselt en beringen)
361
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Koob P.
Maarten V.
Maarten V.
Houthalense hei   
Naam Locatie in Tekst
Zonhoven   
Plaats van Handelen
Houthalense hei