Hoofdtekst
Een bitje over Beveren’s is er ne vierweg. En ’t stoat doar een kapelleke. Ik hee gehoord dat er doar vele minsen verdoolden ’s noavends oze werekwamen. En ze wilden heen dat ze verdoolden deur toveressen die doa vergoarden. En dat noemde de toveresseknok, en dat bluuft ezo noemen.
Beschrijving
Op een kruispunt in de buurt van Beveren stond een kapelletje. Veel mensen raakten op die plaats verdwaald wanneer ze 's avonds naar huis wandelden. Die plaats werd 'de toveresseknok' genoemd. De mensen geloofden dat de toveressen daar bijeenkwamen.
Bron
H. Van Wassenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (groot-roeselare)
164
fabulaat
Naam Overig in Tekst
toveresseknok (Ardooie)   
Naam Locatie in Tekst
Ardooie   
Plaats van Handelen
Beveren   
toveresseknok (Ardooie)