Hoofdtekst
Bij Sus Gijbels kwam altij een kat as ze aan ’t botere ware en iedere keer was ’t mis mee die boter. Toen ze nog eens kwam sloegen ze de kat met een hout in de nek. ’s Anderendaags zagen ze een oud vrouwke mee ne doek rond de keel ’t was er een van den Donk. Die hadde de naam hekse te zijn.
Onderwerp
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
  
Beschrijving
Bij Sus G. kon men geen boter meer maken. Merkwaardig genoeg was er altijd een heks in de buurt wanneer men boter aan het karnen was. Op een dag sloeg iemand de kat met een stok in de nek. De volgende dag liep in het dorp een vrouwtje rond met een verband om haar hals. Die vrouw werd er al lang van verdacht een heks te zijn.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (grensgebied kempen-hageland)
466
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Sus G.   
Naam Locatie in Tekst
Oostham