Hoofdtekst
E boerinne up èn hofsteê, en heur volk wos gon werken up ’t stik. ’t Kwamen er dor twee binnen en ze zein dat ze refractairs woren en dat z’hoenger an. De boerinne sneed stuten (boterhammen) of en ze bakte eiers. En die twee pakten de maltratse (matras) en ze smeten z’up heur, zodanig dat ze versmachtte.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Een boerin die alleen thuis was, kreeg bezoek van twee rovers die zeiden dat ze honger hadden. Daarop begon de boerin brood te snijden en eieren te bakken. De twee rovers namen een matras en gooiden die op de boerin, zodat de arme vrouw stikte.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
54E
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Houthulst