Hoofdtekst
Die heeft de kop nog afgekregen hè. Dat was ene Motmans. Die gingen stelen hè en als die kwamen - vroeger jaren hadden de mensen eiken deuren en daar waren grendels op - maar dan deed de kapitein - dat was een Motmans - met een zwaar hout. En dan liepen ze met een zwaar hout de deur in en dan kwamen ze binnen hè. Maar de mensen, ze maakten er kapot maar toch zoveel niet. Ze bonden ze dan in hun bed en dan plunderden ze alles. Maar vier jaar voor de eerste oorlog (W.O.I) die konden daar (in Lanaken) geen logies krijgen, die die naam op hun kar staan hadden, die mochten niet slapen of uitspannen als ze dat zagen.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Een zekere M. werd onthoofd omdat hij lid was van een roversbende. Wanneer de rovers een inbraak pleegden, bonden ze de bewoners van het huis vast in hun bed zodat ze het hele huis konden plunderen. Soms vermoordden ze ook mensen. In 1910 mochten enkele mensen in Lanaken nergens overnachten omdat de namen van de rovers op hun kar geschreven stonden.
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
4. Historische sagen
midden-limburgs
l
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hasselt   
Plaats van Handelen
Lanaken