Hoofdtekst
De nekker, dat was een geetekop, die deur d’upperluchten (klein venster boven de deur) keek en dat wandelde daar rond met ketens.
Beschrijving
De nekker was een beest met een geitenkop dat kettingen voortsleepte en door de kleine venstertjes van de huizen ging kijken.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (franse grens)
14
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Haringe