Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

HSCHO0261_0262_11060

Een sage (mondeling), maandag 31 juli 1995

Hoofdtekst

12 Vroeger vertelden ze ook dat de knechten, om de meiden te ‘bezèèke’ wisten dat die nog ergens moest heen gaan. En dan trokken ze een laken over hun kop of een kaars onderin en van dat. En daar was één, Finne-Finne, zei m’n tante - en die was van de kanten van ‘Jödere’. Maar die had niet bang. Toen had die (knecht) dat gehoord dat die meid naar een wijf moest gaan om iets te doen. Maar zij pakte elke keer een houten knuppel mee. En toen hij (= de vermomde knecht) uitkwam, toen vlamde ze hem ondersteboven. Toen was het die knecht, ja.11 [lacht]12 Toen wisten ze in ene keer wie het was, wie het spook was, het ‘Spook van Jödere’.11 … (= onverstaanbaar)I En die noemden ze het ‘Spook van Jödere’?12 Ja. Dat deed hij altijd.11 Dat deed hij altijd [simultaan].12 Voor de ‘läöi’ te kloten, bang te maken.I En van wie was die knecht?12 Dat was in ‘Jödere". Finne van de …, zoals ze zeggen. Bij die haar tante. Die (Finne) werkte daar… (= onverstaanbaar). Die had gehoord dat ze ergens moest heengaan. Toen zeiden ze: "En het spook dan?" "Ik heb niet bang van het spook," zei die. Die had altijd een knuppel bij zich, een redelijk lange stok. En die had hem daar eens even ingesmeerd. Ja, en toen was het die (knecht), toen het uitkwam [gelach].I Ik denk niet dat die nog eens opnieuw spook gespeeld heeft.12 Ah nee, zeker niet.Dat meisje wat ik daar zeg…

Beschrijving

Een knecht die wist dat de meid ergens naartoe moest gaan, verkleedde zich met een laken over zijn hoofd als spook. Met een houten knuppel sloeg de meid de knecht neer.

Bron

H. Schoefs, Leuven, 1996

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
limburgs (groot-riemst)
11P 261
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Bolder    Bolder