Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

IKENE0226_0227_6389 - Meisje herkend [sic] haar verloofde aan de vezels van een zakdoek: variant (Neerpelt)

Een sage (mondeling), 1957

Hoofdtekst

Langs 't kruiske daar in Overpelt, dat was vroeger 'n café, nu is die weg, daar was er eens ene die met ze wicht aan 't vrijen was en dat was ne weerwolf en op ne keer kreeg hij 't weer op ze lijf en dan moesten die iet doen. Maar hij wist dat ze lief bang was van ne weerwolf en daarvoor zegt hij: 'Ich moet eens 'n kommissie gaan doen, als och terwijlen iet moest tegenkomen, dan gooide maar met dezen doek, dan kan 't nooit geen kwaad.' Hij was zelf bang dat als hij dat kreeg dat hij ze lief zou aanvallen hé. Ja en 't was wie hij gezegd had. Hij verscheurde den doek, maar wie 't licht was had hij de vezelen nog tussen zijn tanden hangen en toen zag ze dat hij 't geweest was. Toen had ze hem bedankt natuurlijk.

Onderwerp

SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.    SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   

Beschrijving

Een jongen zat met zijn vriendin in een café bij een kruispunt in Overpelt. Plots sprak de jongen tot het meisje: "Ik moet even een boodschap doen. Mocht er ondertussen iets naar je toe komen, gooi dan deze zakdoek naar de verschijning". De jongen was zelf bang dat hij als weerwolf zijn vriendin zou aanvallen. Toen het meisje een weerwolf zag, werd de zakdoek helemaal verscheurd door het beest. Toen het 's ochtends licht werd, zag het meisje dat haar vriend de vezels van de zakdoek nog tussen zijn tanden had.

Bron

I. Kenens, Leuven, 1957

Commentaar

1.6 Weerwolven
limburgs (noord-west)
291
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Neerpelt    Neerpelt   

Plaats van Handelen

Overpelt    Overpelt