Hoofdtekst
Ik weet nog iet van Sisken Groening, en dat is echt gebeurd zelle: ’t was er “potjen dek” in de “Kriekeleer” en ze zaten daar mee een stuk of vijf te drinken; en ge weet hoe dat dat gaat, den enen vroeg: “Sis, vandaag moogde mij betoveren”, en dan den anderen. En z’hadden al meer als een pinte gedronken, maar Sis en boegeerden niet. Maar ’s avonds al naar huis te gaan en vond er geen enen zijne weg: ze waren van d’alf geleid. En ne nacht op dool geweest, altijd op ’t baantjen van kapelleken “Sluis” tot “Schouwbroek” en were, tot als ’t licht werd, dan eerst zagen ze waar dat ze moesten zijn!
Onderwerp
SINSAG 0667 - Zauberer führt irre.   
Beschrijving
Enkele mannen zaten ter gelegenheid van ‘potje dek’ in de Kriekeleer. Een man die al enkele glazen op had, sprak tot een tovenaar: “Je mag mij eens betoveren”. Toen de mannen ’s avonds naar huis gingen, raakten ze allemaal verdwaald. Pas bij het ochtendgloren konden ze hun weg weervinden. Ze waren ‘van de alf’ geleid.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (denderstreek)
553
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Kriekeleer (herberg)   
potje dek   
Naam Locatie in Tekst
Steenhuize-Wijnhuize