Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

IKENE0241_0243_6409 - Tovenaar wordt aanzien als de duivel in persoon

Een sage (mondeling), 1957

Hoofdtekst

Hier bij Door Palmans zaten wij ooch eens in de café, dat zal zo'n twee en vijftig jaar geleden zijn. Wij waren aan 't kwaaijongen. Driek van de Kruis en Door en Jefke waren erbij. 't Ging voor ne borrel. Op ne keer komt daar weer nen Hollander binnen en wij hadden al hennig borrels gedronken, ja, toen had ge er twintig voor ne frang. En door den tijd was daar nog iemand bijgekomen en wij zouden dan ne boom spelen met zes (kaarten). Twee ploegen van elk drie. En toeval wou dat ich just bij dien Hollander viel. Wij hebben geen een spel verloren. Mijne kameraad, hij wist just wat de ander in hun poten hadden. En als wij slechten hadden dan speelde hij nie, dan zei hij: 'Gij zijt gewonnen.' Gij zoudt zeggen als hij ze nie had dan kos ich ze toch hebben hé. Maar dat was nog niks. Op de tafel stond zo ne stekskespot, ge kent dat wel hé, en de kaarten daar in gestoken en wat omgeplooid en schuppe boer moest daar uit komen vallen zonder dat hij er aan kwam. Hij ging wijd van verres op de tafel kloppen en alleman had die kaarten in de mot. Hij klopte maar daar kwam niks. Wij zijn er enen aan 't uitzuipen, zegt Door, maar den derde keer, de kaarten begosten te werken en schuppe boer viel er toch uit. Ich meende hem er al op te toebakken maar de mannen zegden: 'Jamaar, 't is den duvel in persoon, houdt er uw handen maar af.' Maar ich geloofde daar nie veel aan, ziet ge. En nog ne borrel gedronken maar ich gaf er niks aan toe. 'Gij zijt defintief aan een stuk, gij gelooft aan niks' zegt hij zo tegen mij. Ich zeg: 'aan niks.' 'Hebt ge geen vijf frang' zegt hij, maar in dien tijd waren de vijf frangs raar. Niemand had vijf frang maar Ida zou gaan zoeken en ze vond er ene. Ze kwam met hare vijf frang af en ich kreeg die in mijn hand en hij zou kloppen en als ich ze nog had dan werd ze opgedronken. Dat was in dien tijd honderd borrels. En Door zat hier langs mij en van den andere kant Drik. En ich had de vijf frang stevig vast wie die ert nu zal ich zeggen (sic). Ich dacht als er ene zijn hand aan steekt dan gaat 't hem op zijn gezicht. En hij draaide rond. Toen hij den eerste keer door was: 'Hebt ge ze nog?' 'Ja, ne goeie, ich heb ze nog.' Den tweede keer: 'Hebt ge ze nog?' 'ja, ich heb ze nog.' Den derde keer: 'Hebt ge ze nog?' Nonde... en hij was mich naar de kloten. Jamaar, toen was 't lawijt helegans in den toren. Wij dorsten er nog geen woord meer tegen zeggen. En toen pakte hij Drik van de Kruis zijn horlogie en hij sloeg er op dat 't glas over de kiezel vloog.Ich zeg: 'nu komt hij niemeer in Holland want wij stampen hem armen en benen over. Hij gaat zonder pochel (pak slaag) hier nie Brogel uit. Hij krijgt streep, daar kan hij op aan. Maar hij zag dat wij geraakt waren hé en hij pakt de fakkelen bijeen en hij slaat er met den hamer op en ze lag ongetoucheerd op den dorpel. Als dat den duvel nie geweest is, dan zeg ich dat er gene bestaat.

Onderwerp

SINSAG 0750 - Andere Zauberei.    SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   

Beschrijving

Enkele mannen zaten in een café te kaarten, toen er plots een Hollander binnenkwam, die wilde meespelen. De spelers werden verdeeld in twee ploegen van drie. Merkwaardig genoeg verloor de ploeg van de Hollander geen enkel spel. Op zeker ogenblik stak de Hollander de kaarten in een pot lucifers die op tafel stond, en voorspelde dat de kaart schoppenboer uit de pot zou vallen. Nadat de man driemaal op de tafel had geklopt, viel de schoppenboer inderdaad uit de pot. Omdat één van de omstaanders niet echt onder de indruk was, vroeg de Hollander een stuk van vijf frank en legde dat in de hand van de ongelovige man. Als de man het muntstuk bij zich kon houden, zouden er voor vijf frank borrels worden gedronken. De Hollander liep de man voorbij en vroeg: "Heb je het nog?", waarop de man antwoordde: "Ja, ik heb het nog". Vervolgens kwam de Hollander een tweede keer voorbij en vroeg weer: "Heb je het nog? "Ja, ik heb het nog", antwoordde de man opnieuw. Toen de Hollander voor de derde keer voorbijkwam en vroeg: "Heb je het nog?", merkte de man dat hij het muntstuk niet langer in zijn hand had. Iedereen stond de Hollander stomverbaasd aan te kijken. Even later sloeg de Hollander het horloge van Drik met een hamer stuk. Omdat iedereen boos werd, sloeg de Hollander nogmaals met de hamer op de glasscherven, waarna het horloge weer volledig hersteld was.
Die tovenaar moest de duivel in hoogsteigen persoon zijn geweest.

Bron

I. Kenens, Leuven, 1957

Commentaar

2.2 Tovenaars
limburgs (noord-west)
311
52 jaar geleden
memoraat

Naam Overig in Tekst

Hollander    Hollander   

Naam Locatie in Tekst

Kleine-Brogel    Kleine-Brogel