Hoofdtekst
Den dikken Do die had vanzeleven een boek gekocht op de voddenmarkt en die geraakte er niet meer af; hij had te ver gelezen. Door den duur had hij hem in den beerput ook al gestoken en 't scheel goed erop zenne. Maar dien boek lag altijd op dezelfde plek terug. Jongen, naar de paters zoudt ge moeten gaan, zegden ze tegen hem. En hij heeft dat dan gedaan en dan was hij er vanaf.
Beschrijving
Een man had op een rommelmarkt een boek gekocht, dat hij niet meer kwijtraakte omdat hij er te ver had in gelezen. De man gooide het boek in de aalput en legde het deksel erop, maar tevergeefs. Wat hij ook deed; het boek belandde telkens opnieuw op dezelfde plaats. Op aanraden van enkele mensen ging de man naar de paters, waardoor hij van zijn boek verlost raakte.
Bron
L. Smets, Leuven, 1963
Commentaar
2.3 Toverboeken
antwerps (rupelstreek en omgeving)
378
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Heindonk