Hoofdtekst
’t Was daar een handelaar die rondging met rattevergif, van deur tot deur, van pachthof tot pachthof. Nu, je kwam daar bij mijn moeders moeder, een boerinne en zegt hij: "Madame, ga je ook een beetje van mijn marchandise kopen? Je hebt gij ook wel ratten zeker?” "Wel we’n doen”, zei ze, "m’hebben hier nooit geen ratten, ‘k heb hier nog nooit geen ratten gezien”, zei ze. Je drong altijd aan om zijn stoffatie (koopwaar) te verkopen. "Jamaar neen, neen’k ‘k moet geen hebben”, zei ze. "Je meugt gaan met je vergif waar dat je wilt, m’hebben wieder dat niet nodig!” "Wel madamtje, je gaat geen kopen, ’t is goed!” Je ging voort en ze kochte genen. Acht of tien dagen achternaar, heel hun pachtgoed was vergeven van de ratten. ’t Was al vermoord van de ratten: hun graan, de stallingen, het huis tot in de wieg toe bij de jongens de ratten kropen der onder. Ze waren vergeven van de ratten. Wat dat ze toen gedaan hebben weet ik niet. De mensen zeiden dat dat toverie was. Dat was in Dranouter.
Onderwerp
SINSAG 0582 - Hexe schickt Läuse, Flühe, Mäuse.
  
Beschrijving
Een man die in Dranouter met rattenvergif leurde, kwam bij een vrouw die niets wilde kopen. "Wij hebben hier nooit ratten. We hebben dus ook geen vergif nodig!" had de vrouw gezegd. "Als jij niets wil kopen, dan moet je het zelf maar weten", had de leurder geantwoord. Acht of tien dagen later zat de boerderij van de vrouw helemaal vol ratten. Dat was toverij.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (ieper)
37
Grootmoeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Wulvergem