Hoofdtekst
- Ik heb hier een heks opstaan: Van Weïswinkel. Kennen jullie die?Virginie: Weet ge wie dat was? Charel Vanhamel zijn moeder! Daar hadden wij bang van als we moesten gaan hooien!Maria: Onze Raymond ging daar 'akkeren' (hooien) met kar en paard en ze vroeg:'Raymond, eet gij ook mee soep?' 'Nee,’ zei onze Raymond, 'thuis staat de middag gereed', maar ze pakte de 'kastrol' (kookpot) en met haar blote hand schepte ze de soep op de 'teljoor’ (soepbord)!- En die vrouw heette dus Vanwetswinkel?Virginie: Nee, zij niet, hare 'mens' (echtgenoot) heette Vanwetswinkel, Charel zijn vader.Lizette: Heette zij niet Vanhamel? Wij zeiden toch de kinderen van Vanhamel?(uitweiding over de familierelaties)- Dus die Vanhamel was een heks? Dat was zij die de soep met haar hand opschepte?Virginie: ja- Deed ze nog dingen?Lizette: Ja, daar had niemand het voor, het was daar altijd heel vuil.- Hadden de mensen dan ook bang om daar voorbij te wandelen of zo?Virginie: Dat was één die ook echt het model had van een heks, heel mager en 'die grijs haar stak zo weg' (de grijze haren van de vrouw in kwestie waren ongekamd en staken alle kanten uit). Die koopman die daar kwam om een koe te kopen die ging nogal achteruit, ze stond gereed met hare stok!Lizette: En van die van de Bik zei ons moeder toch altijd vroeger?Virginie: Ah j a!(hele discussie over wat de echte naam van die vrouw geweest moet zijn)Virginie: Zou Mien van de Bik Lambrechts geheten hebben? Aimeke Vandebos, dat is één van de dochters van die oude heks eh. Monske Goossens, die was getrouwd met Louise van de Bik eh.Maria: Vroeger hadden de mensen allemaal een bijnaam eh.Virginie: Lambrechts was de Bik eh.Lizette: De namen kortten ze af eh.- Waarom noemden ze die dan een heks?Virginie: Daar weet ik eigenlijk zo niks van.Lizette: Die vertrouwden ze niet eh. Thuis mocht die vroeger niet binnenkomen!
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een man was ergens gaan helpen met het werk op het veld. 's Middags vroeg de boerin aan de man: "Eet jij ook een bord soep mee?", waarop de man antwoordde: "Neen, thuis staat het eten klaar". De heks wilde echter niet luisteren en schepte de hete soep met haar blote handen in het bord. In dat huis was het altijd heel vuil. De vrouw was heel mager en had grijze haren die altijd ongekamd waren. Iedereen was bang voor haar.
Bron
F. Beerten, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-beringen)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Koersel