Hoofdtekst
Vroeger wasten ze nie dek (= dikwo-ijls), ene keer per maand, mè dekker (= dikwijler) nog maar ene keer per jaar, en dan moesten ze de bleek oppassen. 's Nachts kwamen dan doa hazen en die zetten de moetsen op en zo sprongen ze rond. Doa dors(t) niemand ze wegjagen omdat ze bang hadden.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
Enkele mannen die 's nachts de wacht moesten houden bij de was die lag te bleken, schrokken zich dood toen ze zagen hoe enkele hazen de mutsen op hun hoofd zetten en zo rondsprongen.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
368
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Herstappe