Hoofdtekst
Toveregen, dat bestoeg stijf, ’t waren er een stuk twee, drie op de parochie. ’t Zijn goê boeken en ’t zijn slechte boeken en zij hebben de slechte. Als je betoverd zijt en je gaat naar Ieper of naar de paterije, gelijk Sint-Sixtus, ze gaan u helpen, ze gaan u gewijgd geven voor boven de deure. De boeken, de geestelijken en ze meugen ze niet afgrupen (afnemen) als ze ze niet geven.
Beschrijving
In Houtkerke woonden enkele mensen die konden toveren omdat ze slechte boeken bezaten. Wie betoverd was, moest bij de paters van Ieper iets gewijds gaan halen.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.3 Toverboeken
west-vlaams (franse grens)
398
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Houtkerke   
Plaats van Handelen
Houtkerke