Hoofdtekst
Doa kwam een vrouw van Tongeren hier af met ene koref; door het water kwam ze af. En hier was ene man, die las in e bükske (= boekje) en die deed haar aterwjats (= achterwaarts) gaan, daseterre (= dansende) in 't water. Aan hem bleef ze staan 'zje he(b)t mich dat aan de hand gedaan!' zei ze. - 'Ich kan oech (= U) zo nog doen gaan tot in Tongeren, zei die man, mè as zje braaf zijt, dan moogt zje vooruit gaan!' En ze ging tot aan e kerek, en doa bij de smid zei ze: 'Wa schoon bän (= banden) op die kär!' en ze leg(t) haar hand t' rop en ... 'krak!' de band vloog in tweeën! 'Doe ros! zei de smid, as ich oech nog ooit in de smis zien, dan slaan ich oech kapot!' mè toen was ze weg, de heks!
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een vrouw kwam door het water terug van Tongeren. Een man die in een toverboek stond te lezen, deed de vrouw plots achteruit gaan. Toen de vrouw geërgerd sprak: "Jij hebt mij dat aangedaan!", antwoordde de man: "Ik kan je nog tot in Tongeren doen gaan, maar als je braaf bent, dan mag je nu opnieuw vooruit gaan". De vrouw ging verder tot bij de smid die aan de kerk woonde. Omdat de smid een mooie kar had buiten gezet, sprak de vrouw: "Wat een mooie banden op die kar!" Op dat ogenblik sprong de band stuk. Daarop sprak de smid boos: "Als ik jou hier nog één keer zie, dan vermoord ik je!"
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.2 Tovenaars
limburgs (tongeren en omstreken)
914
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lauw   
Plaats van Handelen
Tongeren