Hoofdtekst
Zjang van de roei Trien van Raochels dae vertèlde altied dat men duor het spuor woe de paerd lièpe meusj guon dan kosj noeit gei kaoj hand aan dich.
Beschrijving
Een man beweerde dat men tegen de kwade hand was beschermd als men over het spoor van de paarden liep.
Bron
J. Venken, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (maasvallei)
427
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Zjang   
Naam Locatie in Tekst
Meeswijk