Hoofdtekst
Poeierwillemke heet (heeft) eens iets aan de hand gehad. Van Munster koam 't op en do koam ene man achter hem op. En die werd altijd groter en 't liste zat er al met zijne kop in de dennen. En wei 't jowes gong, hoorde 't altijd de man met zijne kop in de dennen rammelen. Er was zo groot als 'n hemmeskerb (hemdenmand).
Beschrijving
Toen Poeierwillemke terugkwam van Munster, werd hij gevolgd door een reus die steeds groter en groter werd.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (bilzen)
6
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Poeierwillemke   
Naam Locatie in Tekst
Eigenbilzen   
Plaats van Handelen
Munster