Hoofdtekst
Me grotvaoder gieng me ze vrouwe mee met e koetse en z’an e mannetje mee, en da mannetje lachte met en oed wuvege. En me grotvaoder zei: lacht er nie mee want me zoen etwot kun tegenkom”. En in ’t werekeren op dezelfste platse, ’t perd ontspande en me grotmoeder viel deur de ruute.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een echtpaar en een jongetje reden met de koets ergens naartoe. Toen de mensen onderweg een oud vrouwtje tegenkwamen, begon het jongetje met de vrouw te lachen. Daarop sprak de man: "Lach niet met dat vrouwtje, want we zouden weleens problemen kunnen krijgen!" Op de terugweg trok het paard zich los, precies op de plaats waar het jongetje met het vrouwtje had gespot. De vrouw viel daardoor door de ruit van de koets.
Bron
S. Van Bael - Lehouck, Leuven, 1969
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (bachten de kupe)
314
Grootouders van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oostduinkerke