Hoofdtekst
Beschrijving
Een man was betoverd en kon niet door de bruine paters worden geholpen. Op zekere dag stierf de man aan de toverij. Bij de rozenkrans kwam ook de toveres bidden voor de dode. Eén van de aanwezigen begon het Sint-Jansevangelie te bidden en wreef wat van zijn speeksel op het voorhoofd van de toveres. Daarna kon niemand de toveres nog zien. De mensen staken heiligdom onder de drempel, waardoor de toveres de volgende dag niet meer binnen kon en zei: "Ik kan al die ellende niet meer aanzien. Ik ga maar weg!"
Bron
A. Roeck, Leuven, 1950
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (hageland)
163
memoraat
Naam Overig in Tekst
Sint-Jansevangelie   
Naam Locatie in Tekst
Haasrode